Eerste 'bijen hotspot' in de maak in Heer

In Heer aan de Demertstraat maakt het CNME vandaag een begin aan de aanleg van de in totaal tien 'bijen hotspots' die onze stad krijgt. Als ‘bijen rijkste’ gemeente van Nederland moet je namelijk een extra inspanning doen om dat ook te blijven. Vandaar dat men grond waarin bijen zich nestelen liet aanrukken uit allerlei windstreken. De financiële bijdragen van Innovatiefonds biodiversiteit, Elisabeth Strouvenfonds en Gemeente Maastricht maken het project mogelijk. 

Onderhoud door omwonenden

Als de bijen eenmaal een nestje in de grond heeft op de hotspot, moeten de plekken ook onderhouden worden. De afspraak met de gemeente is dat het CNME en mensen uit de buurt hier zorg voor dragen. Op deze plek gebeurt dat door de overburen van de hotspot. Toch hoeft dat niet altijd, zo laat Peter Alblas van het CNME weten. Hij betrekt ook scholen als het Bernard Lievegoed College en het United World College bij het onderhoud van de nabijgelegen bijen woonplekken, of studenten van de Universiteit Maastricht (UM) zoals afgelopen zomer in Randwyck. Daar hielpen zij nog op 20 mei, Wereld Bijendag mee aan het blootleggen van de grond zodat bijen daar hun weg kunnen vinden. 

In de grond eitjes leggen

In de grond maken bepaalde soorten bijen gangetjes waarin ze eitjes leggen en waar de larven gaan groeien en uiteindelijk als bijen uitkruipen. De lagen van grond plaatste het CNME schuin over elkaar heen en moet gedeeltelijk onbegroeid blijven voor de nesteling van de bijen. 

Grond in Randwyck verplaatst

Omdat er in Randwyck al gedeeltelijk een bijen hotspot is gerealiseerd, maar daar nu studentenwoningen staan gepland, moet de leefomgeving voor de bij op die plek wijken. "We zijn in gesprek met de UM om de grond te verplaatsen zodat de bij daar wel in de buurt weer kan gaan nestelen". Dat lijkt voor alsnog te gaan lukken. Eén dag voor Wereld Bijendag, op 19 mei, komt de wethouder Gert-Jan Krabbendam de installaties voor de hotspots officieel openen. 

Ronald van den Hoven